We zijn een half jaar onderweg. Menig spreekwoord is van toepassing op dat half jaar. Een persoonlijk relaas.
Het is tijd voor verandering. Verandering begint in Eerbeek Brummen. Vol met mooie plannen voor onze rijke omgeving en met nog meer goede moed en zin, begonnen we gezusterlijk aan een nieuw hoofdstuk in ons leven. Het hoofdstuk wat gemeentepolitiek heet. Politiek is een spel wat je moet leren spelen. Maar de spelregels staan maar deels op papier in verordeningen en reglementen. Een groot deel van de regels zijn ongeschreven, soms ingesleten (“zo doen wij dat hier”), maar voor nieuwelingen vaak niet goed te begrijpen.
Buiten spel.
Zoals veel mensen nooit de buitenspelregel bij voetbal nooit, zullen begrijpen, zo moeilijk waren de ongeschreven regels van het formatiespel voor ons. De partijen komen bij elkaar, er zijn onderhandelaars aangewezen, er wordt gepraat, er komt een verslag en er wordt nog meer gepraat. Er wordt iets toegezegd, wat niet nagekomen wordt en waar je ook nooit meer iets van hoort. En aan het einde winnen de Duitsers, zou Cruyff zeggen. Ja, dat is dan best een domper. De partij met de grootste winst zijn en naar de oppositiebankjes verwezen worden.
Tot je een ons weegt
Maar dan heb je wel meer tijd om in de samenleving aanwezig te zijn en goed te luisteren naar inwoners, met ze samenwerken. Dat viel de eerste maanden best tegen. De agenda’s liepen helemaal vol met een inwerkprogramma, forumvergaderingen, fractieoverleg, raadsvergaderingen. Die trein denderde door tot aan het reces. Het leren van de mores van de gemeenteraad, zoals: wanneer stel ik een vraag schriftelijk en wanneer mondeling? Waar vind ik de theezakjes? Waar ligt de grens tussen technische en niet-technische vragen? Hoe gebruik ik de verschillende instrumenten? Hoe zoek ik toenadering tot andere partijen, om hen over te halen mee te gaan met mijn plannen? Waar zit het knopje van het licht in de vergaderkamer? Hoe ga je met insprekers om? Zijn er nog steeds gasten van de raad? Wat doet een griffier?
Er kwam geen einde aan de vragen, niet over het raadswerk, maar ook niet over de inhoud. Maar het wachten op de antwoorden, was ook geen sinecure. Op sommige vragen komt pas heel laat een antwoord. Een, zoals dat wel vaker gaat in de politiek, zijn de antwoorden vaker hol dan vol.
Een schone zaak
Geduld moet je zeker hebben, maar vooral ook durf. Lef om de goede vragen te stellen, lef om voorstellen te doen, die niet altijd gewaardeerd worden, lef om een minderheidsstandpunt in te nemen, lef om het daadwerkelijk voor de samenleving op te nemen, lef om je nek uit te steken, lef om de tegendenker te zijn, lef om te luisteren. Van lef krijg je energie. Van onze samenwerking krijgen we ook energie en van de samenleving nog meer.
Wie goed doet
Steeds meer mooie en goede ontmoetingen. Mensen die ons benaderen omdat ze ergens mee zitten, wat een eer om dit werk te mogen doen.